Nieuw workshop reeks Grensoverschrijdende samenwerking

Samenwerking tussen buurlanden in Europa is erg belangrijk. Dit is wel gebleken tijdens de coronapandemie, maar ook nu met de oorlog in Oekraïne is dit zeer actueel.  Natuurlijk is het wel belangrijk om te weten hoe deze samenwerking op een goede manier tot stand kan komen. Deskundigen van het Duits-Nederlandse Business-House willen u laten zien hoe op een goede manier een mooie samenwerking tot stand kan komen tussen Nederland en Duitsland.

Met 5 lezingen door belasting-, juridische en communicatiespecialisten uit Duitsland en Nederland worden al uw specifieke vragen beantwoord.

Deze onderwerpen zullen worden belicht vanuit Duitse perspectief als Nederlandse perspectief.

SAVE THE DATE:

6 september, 15h30

20 september, 15h30

8 november, 15h30

22 november, 15h30

13 december, 15h30

Meer info en aanmelden: hier

‘Opdracht regionale politici: Kijk meer om naar Duitsland’

Herbert Heidkamp pleit ervoor dat Twente de cirkel met Duitse handelspartners groter maakt.

Duitsers die in Nederland een BV willen oprichten of een vakantiehuis willen kopen: dat gaat ook in deze tijd gewoon door, vertelt Herbert Heidkamp van KienhuisHoving in Enschede. Het verbaast de Oldenzaalse notarieel jurist niet. ,,Geld laat zich niet door corona stoppen.”

Van: Tim Nijhof Enschede, Tubantia 30/10/2020

Hij kan het weten. Heidkamp werkt op jaarbasis voor zo’n 100 Duitse klanten, vermogende partijen, zoals banken en grote familiebedrijven. Heidkamp: „Opvallend is dat steeds meer Duitse klanten een vakantiehuis in Nederland willen. Met de Nederlandse kust en de waddeneilanden als geliefde bestemmingen. In Nederland gaat de waarde van het vastgoed net iets meer omhoog dan in Duitsland. Onze klanten zien zo’n vakantiehuis ook als een beleggingsobject.” Bij KienhuisHoving worden die klanten naar de German Desk gedirigeerd. De desk ondersteunt Duitsers en Nederlanders die ‘grensoverschrijdend opereren’.

Diepgewortelde band

Volgens Heidkamp heeft het fiscaal adviesorgaan -in 2007 begonnen – zich in klinkende munt uitbetaald. „Wij bieden iets dat een Amsterdams notariskantoor, waar Angelsaksische invloeden domineren, nooit kan bieden: we kennen de Duitse taal en cultuur, verdiepen ons daarin.”

Hij neemt zichzelf als voorbeeld. „Thuis leerde ik Nederlands en Oldenzaals-Twents. Als ik bij Ootmarsum de grens over ga, kan ik mijn eigen taal spreken. ‘Du bis’ verstaan ze daar. Ik groeide ook op met tv-programma’s als Die Sendung mit der Maus en de Duitse Bundesliga. Dus ja, ik heb een diepgewortelde band met Duitsland.” Heidkamp denkt dat Twente veel meer kan profiteren van zijn geografische ligging en zijn connectie met ‘de grote buur’.

„Bij de grens zit altijd handel. We laten daar nu wat liggen. Twente moet zich veel meer als een geheel presenteren en minder als een verzameling eilandjes. Dat is voor Duitse partners overzichtelijker. Verder kun je de cirkel van Duitse buurregio’s waarmee je zaken doet bredertrekken. Van Nordhorn tot Münster, en alles wat daartussen zit, op de schaal van de Euregio. Als je echt als grensoverschrijdend geheel denkt en doet, kun je meer invloed uitoefenen.”

Waarom we dat potentieel nog niet volledig hebben benut? Heidkamp: „Dat zit in de hoofden van onze politici. Het zou voor hen een opdracht moeten zijn om meer naar Duitsland om te kijken.”

Wanneer heeft een Nederlandse holding met GmbH in Duitsland recht op teruggaaf dividendbelasting?

van KroeseWevers – drs. H.J.C. Oude Smeijers

Wanneer je eigenaar bent van een Nederlandse B.V. of N.V. en belanghebbende bent in een Duitse vennootschap, dan heb je mogelijk recht op teruggave van de dividendbelasting. Er is een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn lees je in deze whitepaper.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat Duitsland in strijd met de Moeder-dochterrichtlijn handelt, door voorwaarden te stellen aan de teruggaaf of het vrijstellen van
bronbelasting aan moedermaatschappijen die gevestigd zijn in andere EU-landen. Volgens het Hof van Justitie handelt de Duitse wetgever met deze maatregel in strijd met de vrijheid van vestiging en de moeder-dochterrichtlijn.

Moeder-dochterrichtlijn

In de Moeder-dochterrichtlijn hebben Europese lidstaten onderling afgesproken dat over een dividenduitkering van een dochtermaatschappij naar een moedermaatschappij geen bronbelasting mag worden geheven, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, waaronder 10% aandelenbezit.

Europese lidstaten mogen een uitzondering maken op de regels in de moeder-dochterrichtlijn om fraude en misbruik te voorkomen. Er is sprake van fraude en misbruik indien er kunstmatige constructies worden opgezet die zijn bedoeld om onterecht een belastingvoordeel te verkrijgen (HvJ 7-09-2017, Eqiom en Enka). Lidstaten mogen nadere regels stellen indien deze regels specifiek tot doel hebben het voorkomen van dergelijke kunstmatige constructies.

Duitse wetgeving tot 2012

Om fraude en misbruik te voorkomen heeft de Duitse Wetgever §50 Abs. 3 Einkommensteuergesetz (EstG) ingevoerd. In deze paragraaf is vastgelegd dat Duitsland een vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting verleent indien de (uiteindelijke) aandeelhouder van de ontvangende vennootschap tot de vermindering gerechtigd zou zijn geweest en er aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
–     Er dienen economische of andere relevante redenen aanwezig te zijn om een buitenlandse
moedermaatschappij tussen te plaatsen;
–     De moedermaatschappij moet aan het economische verkeer deelnemen met activiteiten die bij
haar bedrijfsdoelstelling passen(substance-eis);
–     De moedermaatschappij dient minimaal 10% van haar bruto inkomen met eigen economische
activiteiten te verwerven;

De belastingplichtige wordt niet de mogelijkheid geboden om tegenbewijs te leveren. Vlak na invoering van deze regeling werd al getwijfeld of de regeling in overeenstemming zou zijn met het EU-recht. In de zaken Deister Holding (C-504/16, H&I 2017/61) en Juhler Holding (C-613/16, H&I 2017/66) werd deze vraag aan de orde gesteld.

De zaak Deister Holding

In de Zaak Deister Holding hield de Nederlandse Holding; Traxx Investements B.V. een belang van 26,5% in de Duitse dochtermaatschappij Deister Electronik GmbH. De uiteindelijk aandeelhouder was woonachtig in Duitsland. In 2007 vond er een dividenduitkering plaats van de Duitse dochtermaatschappij naar de Nederlandse Holding. Hierop werd 5% Duitse dividendbelasting ingehouden (Kapitalertragsteuer). De Duitse Belastingdienst weigerde de dividenduitkering vrij te stellen, omdat niet werd voldaan aan de substance-eis zoals gesteld in §50 Abs. 3 EstG. Volgens de Duitse Belastingdienst was de enige economische activiteit die de Nederlandse Holding verrichtte het houden van deelnemingen. Eveneens waren er geen economische of andere relevante redenen aanwezig om de Nederlandse Holding tussen te plaatsen.

De zaak Juhler Holding

De zaak Juhler Holding betrof een soortelijke casus. In deze zaak was sprake van een holding die gevestigd was in Denemarken. In 2011 ontving de Deense holding een dividend van haar Duitse dochtermaatschappij waarop door de Duitse Belastingdienst dividendbelasting werd ingehouden. De Deense holding verzocht vervolgens om een teruggaaf van dividendbelasting. De Duitse Belastingdienst weigerde een teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting te geven.

Oordeel Hof van Justitie

Het Europese Hof van Justitie oordeelde in beide zaken dat de Duitse regeling in strijd is met de vrijheid van vestiging (art.49 VWEU) en de Moeder-dochterrichtlijn. Wanneer er sprake is van een Duitse dochtermaatschappij die dividend uitkeert aan een Duitse moedermaatschappij wordt er immers wél een vrijstelling van dividendbelasting verleend. In dat kader wordt een buitenlandse moedermaatschappij benadeeld ten opzichte van een Duitse moedermaatschappij. Het Hof van Justitie geeft verder aan dat de Moeder-dochterrichtlijn geen enkel vereiste bevat met betrekking tot de aard van de economische activiteit of de hoogte van de inkomsten uit de eigen economische activiteit van de moedermaatschappij.

Nieuwe regeling §50 Abs. 3 EstG

Bovenstaande zaken werden gevoerd over de oude regeling van §50 Abs. 3 EstG. In 2012 is deze regeling gewijzigd. Er is momenteel echter een lopende procedure in behandeling over de huidige regeling, die iets minder strikt is dan de oude regeling, van §50 Abs. 3 EstG. Er wordt onder andere de eis gesteld dat op het niveau van de moedermaatschappij een materiële onderneming moet worden gedreven. Ondanks dat deze regeling iets minder strikt is zijn wij van mening dat het Hof van Justitie tot een gelijkluidend oordeel zal komen. In de nieuwe regeling zijn immers opnieuw eisen gesteld aan de aard van de economische activiteiten van de moedermaatschappij, het drijven van een materiële onderneming.

Welke gevolgen hebben bovenstaande uitspraken voor de praktijk?

Een dividenduitkering van een Duitse vennootschap naar een Nederlandse B.V. is in beginsel onderhevig aan 25% Duitse dividendbelasting. Op grond van het nieuwe belastingverdrag (in werking van 1 januari 2016) wordt Duitse bronbelasting op dividend, onder voorwaarden (10% aandelenbezit), verminderd tot 5%. Maar door toepassing van de Europese moeder-dochterrichtlijn zou 0% dividendbelasting verschuldigd zijn. De Duitse sanctiebepaling van §50 Abs. 3 EstG bepaalt dat de dividendbelasting desondanks 15% bedraagt. Indien de DGA van de Nederlandse Holding in Nederland woont, wordt door opnieuw een beroep te doen op het belastingverdrag, de dividendbelasting verlaagd naar 5%.

Dividendbelasting mogelijk naar 0%

Door een beroep te doen op de eerder aangehaalde uitspraken van het Europese Hof van Justitie zou Duitsland een totale vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting moeten verlenen, wat tot een heffing van 0% leidt.van KroeseWevers – drs. H.J.C. Oude Smeijers

Wanneer je eigenaar bent van een Nederlandse B.V. of N.V. en belanghebbende bent in een Duitse vennootschap, dan heb je mogelijk recht op teruggave van de dividendbelasting. Er is een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn lees je in deze whitepaper.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat Duitsland in strijd met de Moeder-dochterrichtlijn handelt, door voorwaarden te stellen aan de teruggaaf of het vrijstellen van
bronbelasting aan moedermaatschappijen die gevestigd zijn in andere EU-landen. Volgens het Hof van Justitie handelt de Duitse wetgever met deze maatregel in strijd met de vrijheid van vestiging en de moeder-dochterrichtlijn.

Moeder-dochterrichtlijn

In de Moeder-dochterrichtlijn hebben Europese lidstaten onderling afgesproken dat over een dividenduitkering van een dochtermaatschappij naar een moedermaatschappij geen bronbelasting mag worden geheven, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, waaronder 10% aandelenbezit.

Europese lidstaten mogen een uitzondering maken op de regels in de moeder-dochterrichtlijn om fraude en misbruik te voorkomen. Er is sprake van fraude en misbruik indien er kunstmatige constructies worden opgezet die zijn bedoeld om onterecht een belastingvoordeel te verkrijgen (HvJ 7-09-2017, Eqiom en Enka). Lidstaten mogen nadere regels stellen indien deze regels specifiek tot doel hebben het voorkomen van dergelijke kunstmatige constructies.

Duitse wetgeving tot 2012

Om fraude en misbruik te voorkomen heeft de Duitse Wetgever §50 Abs. 3 Einkommensteuergesetz (EstG) ingevoerd. In deze paragraaf is vastgelegd dat Duitsland een vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting verleent indien de (uiteindelijke) aandeelhouder van de ontvangende vennootschap tot de vermindering gerechtigd zou zijn geweest en er aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
–     Er dienen economische of andere relevante redenen aanwezig te zijn om een buitenlandse
moedermaatschappij tussen te plaatsen;
–     De moedermaatschappij moet aan het economische verkeer deelnemen met activiteiten die bij
haar bedrijfsdoelstelling passen(substance-eis);
–     De moedermaatschappij dient minimaal 10% van haar bruto inkomen met eigen economische
activiteiten te verwerven;

De belastingplichtige wordt niet de mogelijkheid geboden om tegenbewijs te leveren. Vlak na invoering van deze regeling werd al getwijfeld of de regeling in overeenstemming zou zijn met het EU-recht. In de zaken Deister Holding (C-504/16, H&I 2017/61) en Juhler Holding (C-613/16, H&I 2017/66) werd deze vraag aan de orde gesteld.

De zaak Deister Holding

In de Zaak Deister Holding hield de Nederlandse Holding; Traxx Investements B.V. een belang van 26,5% in de Duitse dochtermaatschappij Deister Electronik GmbH. De uiteindelijk aandeelhouder was woonachtig in Duitsland. In 2007 vond er een dividenduitkering plaats van de Duitse dochtermaatschappij naar de Nederlandse Holding. Hierop werd 5% Duitse dividendbelasting ingehouden (Kapitalertragsteuer). De Duitse Belastingdienst weigerde de dividenduitkering vrij te stellen, omdat niet werd voldaan aan de substance-eis zoals gesteld in §50 Abs. 3 EstG. Volgens de Duitse Belastingdienst was de enige economische activiteit die de Nederlandse Holding verrichtte het houden van deelnemingen. Eveneens waren er geen economische of andere relevante redenen aanwezig om de Nederlandse Holding tussen te plaatsen.

De zaak Juhler Holding

De zaak Juhler Holding betrof een soortelijke casus. In deze zaak was sprake van een holding die gevestigd was in Denemarken. In 2011 ontving de Deense holding een dividend van haar Duitse dochtermaatschappij waarop door de Duitse Belastingdienst dividendbelasting werd ingehouden. De Deense holding verzocht vervolgens om een teruggaaf van dividendbelasting. De Duitse Belastingdienst weigerde een teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting te geven.

Oordeel Hof van Justitie

Het Europese Hof van Justitie oordeelde in beide zaken dat de Duitse regeling in strijd is met de vrijheid van vestiging (art.49 VWEU) en de Moeder-dochterrichtlijn. Wanneer er sprake is van een Duitse dochtermaatschappij die dividend uitkeert aan een Duitse moedermaatschappij wordt er immers wél een vrijstelling van dividendbelasting verleend. In dat kader wordt een buitenlandse moedermaatschappij benadeeld ten opzichte van een Duitse moedermaatschappij. Het Hof van Justitie geeft verder aan dat de Moeder-dochterrichtlijn geen enkel vereiste bevat met betrekking tot de aard van de economische activiteit of de hoogte van de inkomsten uit de eigen economische activiteit van de moedermaatschappij.

Nieuwe regeling §50 Abs. 3 EstG

Bovenstaande zaken werden gevoerd over de oude regeling van §50 Abs. 3 EstG. In 2012 is deze regeling gewijzigd. Er is momenteel echter een lopende procedure in behandeling over de huidige regeling, die iets minder strikt is dan de oude regeling, van §50 Abs. 3 EstG. Er wordt onder andere de eis gesteld dat op het niveau van de moedermaatschappij een materiële onderneming moet worden gedreven. Ondanks dat deze regeling iets minder strikt is zijn wij van mening dat het Hof van Justitie tot een gelijkluidend oordeel zal komen. In de nieuwe regeling zijn immers opnieuw eisen gesteld aan de aard van de economische activiteiten van de moedermaatschappij, het drijven van een materiële onderneming.

Welke gevolgen hebben bovenstaande uitspraken voor de praktijk?

Een dividenduitkering van een Duitse vennootschap naar een Nederlandse B.V. is in beginsel onderhevig aan 25% Duitse dividendbelasting. Op grond van het nieuwe belastingverdrag (in werking van 1 januari 2016) wordt Duitse bronbelasting op dividend, onder voorwaarden (10% aandelenbezit), verminderd tot 5%. Maar door toepassing van de Europese moeder-dochterrichtlijn zou 0% dividendbelasting verschuldigd zijn. De Duitse sanctiebepaling van §50 Abs. 3 EstG bepaalt dat de dividendbelasting desondanks 15% bedraagt. Indien de DGA van de Nederlandse Holding in Nederland woont, wordt door opnieuw een beroep te doen op het belastingverdrag, de dividendbelasting verlaagd naar 5%.

Dividendbelasting mogelijk naar 0%

Door een beroep te doen op de eerder aangehaalde uitspraken van het Europese Hof van Justitie zou Duitsland een totale vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting moeten verlenen, wat tot een heffing van 0% leidt.van KroeseWevers – drs. H.J.C. Oude Smeijers

Wanneer je eigenaar bent van een Nederlandse B.V. of N.V. en belanghebbende bent in een Duitse vennootschap, dan heb je mogelijk recht op teruggave van de dividendbelasting. Er is een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn lees je in deze whitepaper.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat Duitsland in strijd met de Moeder-dochterrichtlijn handelt, door voorwaarden te stellen aan de teruggaaf of het vrijstellen van
bronbelasting aan moedermaatschappijen die gevestigd zijn in andere EU-landen. Volgens het Hof van Justitie handelt de Duitse wetgever met deze maatregel in strijd met de vrijheid van vestiging en de moeder-dochterrichtlijn.

Moeder-dochterrichtlijn

In de Moeder-dochterrichtlijn hebben Europese lidstaten onderling afgesproken dat over een dividenduitkering van een dochtermaatschappij naar een moedermaatschappij geen bronbelasting mag worden geheven, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, waaronder 10% aandelenbezit.

Europese lidstaten mogen een uitzondering maken op de regels in de moeder-dochterrichtlijn om fraude en misbruik te voorkomen. Er is sprake van fraude en misbruik indien er kunstmatige constructies worden opgezet die zijn bedoeld om onterecht een belastingvoordeel te verkrijgen (HvJ 7-09-2017, Eqiom en Enka). Lidstaten mogen nadere regels stellen indien deze regels specifiek tot doel hebben het voorkomen van dergelijke kunstmatige constructies.

Duitse wetgeving tot 2012

Om fraude en misbruik te voorkomen heeft de Duitse Wetgever §50 Abs. 3 Einkommensteuergesetz (EstG) ingevoerd. In deze paragraaf is vastgelegd dat Duitsland een vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting verleent indien de (uiteindelijke) aandeelhouder van de ontvangende vennootschap tot de vermindering gerechtigd zou zijn geweest en er aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
–     Er dienen economische of andere relevante redenen aanwezig te zijn om een buitenlandse
moedermaatschappij tussen te plaatsen;
–     De moedermaatschappij moet aan het economische verkeer deelnemen met activiteiten die bij
haar bedrijfsdoelstelling passen(substance-eis);
–     De moedermaatschappij dient minimaal 10% van haar bruto inkomen met eigen economische
activiteiten te verwerven;

De belastingplichtige wordt niet de mogelijkheid geboden om tegenbewijs te leveren. Vlak na invoering van deze regeling werd al getwijfeld of de regeling in overeenstemming zou zijn met het EU-recht. In de zaken Deister Holding (C-504/16, H&I 2017/61) en Juhler Holding (C-613/16, H&I 2017/66) werd deze vraag aan de orde gesteld.

De zaak Deister Holding

In de Zaak Deister Holding hield de Nederlandse Holding; Traxx Investements B.V. een belang van 26,5% in de Duitse dochtermaatschappij Deister Electronik GmbH. De uiteindelijk aandeelhouder was woonachtig in Duitsland. In 2007 vond er een dividenduitkering plaats van de Duitse dochtermaatschappij naar de Nederlandse Holding. Hierop werd 5% Duitse dividendbelasting ingehouden (Kapitalertragsteuer). De Duitse Belastingdienst weigerde de dividenduitkering vrij te stellen, omdat niet werd voldaan aan de substance-eis zoals gesteld in §50 Abs. 3 EstG. Volgens de Duitse Belastingdienst was de enige economische activiteit die de Nederlandse Holding verrichtte het houden van deelnemingen. Eveneens waren er geen economische of andere relevante redenen aanwezig om de Nederlandse Holding tussen te plaatsen.

De zaak Juhler Holding

De zaak Juhler Holding betrof een soortelijke casus. In deze zaak was sprake van een holding die gevestigd was in Denemarken. In 2011 ontving de Deense holding een dividend van haar Duitse dochtermaatschappij waarop door de Duitse Belastingdienst dividendbelasting werd ingehouden. De Deense holding verzocht vervolgens om een teruggaaf van dividendbelasting. De Duitse Belastingdienst weigerde een teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting te geven.

Oordeel Hof van Justitie

Het Europese Hof van Justitie oordeelde in beide zaken dat de Duitse regeling in strijd is met de vrijheid van vestiging (art.49 VWEU) en de Moeder-dochterrichtlijn. Wanneer er sprake is van een Duitse dochtermaatschappij die dividend uitkeert aan een Duitse moedermaatschappij wordt er immers wél een vrijstelling van dividendbelasting verleend. In dat kader wordt een buitenlandse moedermaatschappij benadeeld ten opzichte van een Duitse moedermaatschappij. Het Hof van Justitie geeft verder aan dat de Moeder-dochterrichtlijn geen enkel vereiste bevat met betrekking tot de aard van de economische activiteit of de hoogte van de inkomsten uit de eigen economische activiteit van de moedermaatschappij.

Nieuwe regeling §50 Abs. 3 EstG

Bovenstaande zaken werden gevoerd over de oude regeling van §50 Abs. 3 EstG. In 2012 is deze regeling gewijzigd. Er is momenteel echter een lopende procedure in behandeling over de huidige regeling, die iets minder strikt is dan de oude regeling, van §50 Abs. 3 EstG. Er wordt onder andere de eis gesteld dat op het niveau van de moedermaatschappij een materiële onderneming moet worden gedreven. Ondanks dat deze regeling iets minder strikt is zijn wij van mening dat het Hof van Justitie tot een gelijkluidend oordeel zal komen. In de nieuwe regeling zijn immers opnieuw eisen gesteld aan de aard van de economische activiteiten van de moedermaatschappij, het drijven van een materiële onderneming.

Welke gevolgen hebben bovenstaande uitspraken voor de praktijk?

Een dividenduitkering van een Duitse vennootschap naar een Nederlandse B.V. is in beginsel onderhevig aan 25% Duitse dividendbelasting. Op grond van het nieuwe belastingverdrag (in werking van 1 januari 2016) wordt Duitse bronbelasting op dividend, onder voorwaarden (10% aandelenbezit), verminderd tot 5%. Maar door toepassing van de Europese moeder-dochterrichtlijn zou 0% dividendbelasting verschuldigd zijn. De Duitse sanctiebepaling van §50 Abs. 3 EstG bepaalt dat de dividendbelasting desondanks 15% bedraagt. Indien de DGA van de Nederlandse Holding in Nederland woont, wordt door opnieuw een beroep te doen op het belastingverdrag, de dividendbelasting verlaagd naar 5%.

Dividendbelasting mogelijk naar 0%

Door een beroep te doen op de eerder aangehaalde uitspraken van het Europese Hof van Justitie zou Duitsland een totale vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting moeten verlenen, wat tot een heffing van 0% leidt.van KroeseWevers – drs. H.J.C. Oude Smeijers

Wanneer je eigenaar bent van een Nederlandse B.V. of N.V. en belanghebbende bent in een Duitse vennootschap, dan heb je mogelijk recht op teruggave van de dividendbelasting. Er is een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Welke voorwaarden dit zijn lees je in deze whitepaper.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat Duitsland in strijd met de Moeder-dochterrichtlijn handelt, door voorwaarden te stellen aan de teruggaaf of het vrijstellen van
bronbelasting aan moedermaatschappijen die gevestigd zijn in andere EU-landen. Volgens het Hof van Justitie handelt de Duitse wetgever met deze maatregel in strijd met de vrijheid van vestiging en de moeder-dochterrichtlijn.

Moeder-dochterrichtlijn

In de Moeder-dochterrichtlijn hebben Europese lidstaten onderling afgesproken dat over een dividenduitkering van een dochtermaatschappij naar een moedermaatschappij geen bronbelasting mag worden geheven, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, waaronder 10% aandelenbezit.

Europese lidstaten mogen een uitzondering maken op de regels in de moeder-dochterrichtlijn om fraude en misbruik te voorkomen. Er is sprake van fraude en misbruik indien er kunstmatige constructies worden opgezet die zijn bedoeld om onterecht een belastingvoordeel te verkrijgen (HvJ 7-09-2017, Eqiom en Enka). Lidstaten mogen nadere regels stellen indien deze regels specifiek tot doel hebben het voorkomen van dergelijke kunstmatige constructies.

Duitse wetgeving tot 2012

Om fraude en misbruik te voorkomen heeft de Duitse Wetgever §50 Abs. 3 Einkommensteuergesetz (EstG) ingevoerd. In deze paragraaf is vastgelegd dat Duitsland een vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting verleent indien de (uiteindelijke) aandeelhouder van de ontvangende vennootschap tot de vermindering gerechtigd zou zijn geweest en er aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
–     Er dienen economische of andere relevante redenen aanwezig te zijn om een buitenlandse
      moedermaatschappij tussen te plaatsen;
–     De moedermaatschappij moet aan het economische verkeer deelnemen met activiteiten die bij
      haar bedrijfsdoelstelling passen(substance-eis);
–     De moedermaatschappij dient minimaal 10% van haar bruto inkomen met eigen economische
      activiteiten te verwerven;

De belastingplichtige wordt niet de mogelijkheid geboden om tegenbewijs te leveren. Vlak na invoering van deze regeling werd al getwijfeld of de regeling in overeenstemming zou zijn met het EU-recht. In de zaken Deister Holding (C-504/16, H&I 2017/61) en Juhler Holding (C-613/16, H&I 2017/66) werd deze vraag aan de orde gesteld.

De zaak Deister Holding

In de Zaak Deister Holding hield de Nederlandse Holding; Traxx Investements B.V. een belang van 26,5% in de Duitse dochtermaatschappij Deister Electronik GmbH. De uiteindelijk aandeelhouder was woonachtig in Duitsland. In 2007 vond er een dividenduitkering plaats van de Duitse dochtermaatschappij naar de Nederlandse Holding. Hierop werd 5% Duitse dividendbelasting ingehouden (Kapitalertragsteuer). De Duitse Belastingdienst weigerde de dividenduitkering vrij te stellen, omdat niet werd voldaan aan de substance-eis zoals gesteld in §50 Abs. 3 EstG. Volgens de Duitse Belastingdienst was de enige economische activiteit die de Nederlandse Holding verrichtte het houden van deelnemingen. Eveneens waren er geen economische of andere relevante redenen aanwezig om de Nederlandse Holding tussen te plaatsen.

De zaak Juhler Holding

De zaak Juhler Holding betrof een soortelijke casus. In deze zaak was sprake van een holding die gevestigd was in Denemarken. In 2011 ontving de Deense holding een dividend van haar Duitse dochtermaatschappij waarop door de Duitse Belastingdienst dividendbelasting werd ingehouden. De Deense holding verzocht vervolgens om een teruggaaf van dividendbelasting. De Duitse Belastingdienst weigerde een teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting te geven.



Oordeel Hof van Justitie

Het Europese Hof van Justitie oordeelde in beide zaken dat de Duitse regeling in strijd is met de vrijheid van vestiging (art.49 VWEU) en de Moeder-dochterrichtlijn. Wanneer er sprake is van een Duitse dochtermaatschappij die dividend uitkeert aan een Duitse moedermaatschappij wordt er immers wél een vrijstelling van dividendbelasting verleend. In dat kader wordt een buitenlandse moedermaatschappij benadeeld ten opzichte van een Duitse moedermaatschappij. Het Hof van Justitie geeft verder aan dat de Moeder-dochterrichtlijn geen enkel vereiste bevat met betrekking tot de aard van de economische activiteit of de hoogte van de inkomsten uit de eigen economische activiteit van de moedermaatschappij.

Nieuwe regeling §50 Abs. 3 EstG

Bovenstaande zaken werden gevoerd over de oude regeling van §50 Abs. 3 EstG. In 2012 is deze regeling gewijzigd. Er is momenteel echter een lopende procedure in behandeling over de huidige regeling, die iets minder strikt is dan de oude regeling, van §50 Abs. 3 EstG. Er wordt onder andere de eis gesteld dat op het niveau van de moedermaatschappij een materiële onderneming moet worden gedreven. Ondanks dat deze regeling iets minder strikt is zijn wij van mening dat het Hof van Justitie tot een gelijkluidend oordeel zal komen. In de nieuwe regeling zijn immers opnieuw eisen gesteld aan de aard van de economische activiteiten van de moedermaatschappij, het drijven van een materiële onderneming.

Welke gevolgen hebben bovenstaande uitspraken voor de praktijk?

Een dividenduitkering van een Duitse vennootschap naar een Nederlandse B.V. is in beginsel onderhevig aan 25% Duitse dividendbelasting. Op grond van het nieuwe belastingverdrag (in werking van 1 januari 2016) wordt Duitse bronbelasting op dividend, onder voorwaarden (10% aandelenbezit), verminderd tot 5%. Maar door toepassing van de Europese moeder-dochterrichtlijn zou 0% dividendbelasting verschuldigd zijn. De Duitse sanctiebepaling van §50 Abs. 3 EstG bepaalt dat de dividendbelasting desondanks 15% bedraagt. Indien de DGA van de Nederlandse Holding in Nederland woont, wordt door opnieuw een beroep te doen op het belastingverdrag, de dividendbelasting verlaagd naar 5%.

Dividendbelasting mogelijk naar 0%

Door een beroep te doen op de eerder aangehaalde uitspraken van het Europese Hof van Justitie zou Duitsland een totale vrijstelling of teruggaaf van dividendbelasting moeten verlenen, wat tot een heffing van 0% leidt.

Tubantia interviewt German Desk KroeseWevers

Zeven personen bezig met ‘Duitse dienstverlening’

De German Desk, het fiscaal adviesorgaan voor Duitse bedrijven van accountantsbureau KroeseWevers, draait op volle toeren. „50 procent van alle activiteiten op ons kantoor in Oldenzaal heeft een link met Duitsland.”

De German Desk, opgericht in 1993, richtte zich aanvankelijk op Duitse bedrijven die zich in Nederland wilden vestigen. De laatste jaren is het aantal Nederlandse klanten dat de stap wil maken naar Duitsland toegenomen, vertellen directeur Harold Oude Smeijers en belastingadviseur Farial Karimi van het adviesorgaan.

Op het kantoor van KroeseWevers in Oldenzaal houden zeven personen zich bezig met ‘Duitse dienstverlening’. De adviseurs van de German Desk zijn gespecialiseerd in zaken als de compensatieregeling, hypotheekrenteaftrek, pensioenen, kinderbijslag en zogeheten salary splits (salarissplitsingen voor mensen die in twee landen werken) en ze stellen ‘grensoverschrijdende belastingaangiftes’ op, zo’n 800 op jaarbasis.

De German Desk heeft aan beide kanten van de grens een groot netwerk van belastingadviseurs, legt Oude Smeijers uit. En collega’s weten uit eigen ervaring hoe het er in Duitsland aan toegaat. Karimi woont in Gronau. En ook collega Mariëlle Kisfeld, die in Oldenzaal werkt, heeft een Duitse achtergrond.

Oude Smeijers zegt dat hij het betreurt dat veel bedrijven uit Noordoost-Twente de grens zijn overgetrokken. „Dat doen ze vanwege de lage grondprijzen in Duitsland. Vaak nemen ze in eerste instantie hun Nederlandse werknemers mee. Die moeten worden gecompenseerd, op een zodanige manier dat ze hetzelfde krijgen als wat ze in Nederland ontvingen. Dat kost geld. Na verloop van tijd worden Nederlandse werknemers die uit dienst treden daarom niet altijd vervangen door Nederlanders, maar door Duitsers.”

Hij en Karimi kunnen het zich wel voorstellen dat Twentse bedrijven de sprong naar Duitsland wagen. „Nederlandse bedrijven die bijvoorbeeld naar Gildehaus zijn vertrokken, hebben geen spijt van die stap, zo is onze ervaring. Ze profiteren van de florerende Duitse economie en hun Duitse werknemers zijn betrouwbaar en gedisciplineerd en het zijn goede vakmensen.”

Vrees voor ‘het onbekende’ in het buurland is onnodig, vinden ze. „Er zijn fiscale verschillen en cultuurverschillen, maar die zijn niet dusdanig groot dat ze onoverbrugbaar worden. Met name de laatste jaren zie je dat Duitse bedrijven ook op zoek zijn naar Nederlands personeel. Hier liggen kansen.”

Bron: Tubantia, 30 juni 2017. Auteur: Tim Nijhof. Fotografie: Frans Nikkels.

Zeven personen bezig met ‘Duitse dienstverlening’

De German Desk, het fiscaal adviesorgaan voor Duitse bedrijven van accountantsbureau KroeseWevers, draait op volle toeren. „50 procent van alle activiteiten op ons kantoor in Oldenzaal heeft een link met Duitsland.”

De German Desk, opgericht in 1993, richtte zich aanvankelijk op Duitse bedrijven die zich in Nederland wilden vestigen. De laatste jaren is het aantal Nederlandse klanten dat de stap wil maken naar Duitsland toegenomen, vertellen directeur Harold Oude Smeijers en belastingadviseur Farial Karimi van het adviesorgaan.

Op het kantoor van KroeseWevers in Oldenzaal houden zeven personen zich bezig met ‘Duitse dienstverlening’. De adviseurs van de German Desk zijn gespecialiseerd in zaken als de compensatieregeling, hypotheekrenteaftrek, pensioenen, kinderbijslag en zogeheten salary splits (salarissplitsingen voor mensen die in twee landen werken) en ze stellen ‘grensoverschrijdende belastingaangiftes’ op, zo’n 800 op jaarbasis.

De German Desk heeft aan beide kanten van de grens een groot netwerk van belastingadviseurs, legt Oude Smeijers uit. En collega’s weten uit eigen ervaring hoe het er in Duitsland aan toegaat. Karimi woont in Gronau. En ook collega Mariëlle Kisfeld, die in Oldenzaal werkt, heeft een Duitse achtergrond.

Oude Smeijers zegt dat hij het betreurt dat veel bedrijven uit Noordoost-Twente de grens zijn overgetrokken. „Dat doen ze vanwege de lage grondprijzen in Duitsland. Vaak nemen ze in eerste instantie hun Nederlandse werknemers mee. Die moeten worden gecompenseerd, op een zodanige manier dat ze hetzelfde krijgen als wat ze in Nederland ontvingen. Dat kost geld. Na verloop van tijd worden Nederlandse werknemers die uit dienst treden daarom niet altijd vervangen door Nederlanders, maar door Duitsers.”

Hij en Karimi kunnen het zich wel voorstellen dat Twentse bedrijven de sprong naar Duitsland wagen. „Nederlandse bedrijven die bijvoorbeeld naar Gildehaus zijn vertrokken, hebben geen spijt van die stap, zo is onze ervaring. Ze profiteren van de florerende Duitse economie en hun Duitse werknemers zijn betrouwbaar en gedisciplineerd en het zijn goede vakmensen.”

Vrees voor ‘het onbekende’ in het buurland is onnodig, vinden ze. „Er zijn fiscale verschillen en cultuurverschillen, maar die zijn niet dusdanig groot dat ze onoverbrugbaar worden. Met name de laatste jaren zie je dat Duitse bedrijven ook op zoek zijn naar Nederlands personeel. Hier liggen kansen.”

Bron: Tubantia, 30 juni 2017. Auteur: Tim Nijhof. Fotografie: Frans Nikkels.

‘Nederlanders hebben wel een band met Duitsland, Hollanders niet’

van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.van DuitslandNieuws – Job Jansen,

Notaris Herbert Heidkamp werkt op de grens tussen Duitsland, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Hij ziet gemakzuchtige Nederlanders, trage Duitsers en gemiste politieke kansen. “We hebben meer politici uit de grensregio in Den Haag nodig.”

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp van D-NL business House. Foto: Job Janssen

Herbert Heidkamp is juridisch medewerker bij Kienhuis Hoving advocaten en notarissen. Op de Duits-Nederlands Handelsdag afgelopen woensdag in Mönchengladbach vertegenwoordigt hij het Duits Nederlandse Business House uit Oldenzaal, een samenwerkingsverband van dienstverleners die Duitse en Nederlandse bedrijven ondersteunt in de grensregio. Tegen Duitslandnieuws vertelt hij waar bedrijven en politiek tegenaan lopen.

Amicale Nederlanders en formele Duitsers

Wat zijn de grootste struikelblokken voor grensoverschrijdende samenwerking?
Zowel Nederlanders als Duitsers denken: het is allemaal Europese Unie, dus het zal allemaal wel ongeveer hetzelfde zijn. Maar dat is niet zo. Met name Nederlanders gaan te onbevangen Duitsland in. Zij denken onvoldoende na over waar ze tegenaan kunnen lopen. Dat komt volgens mij omdat we altijd met deze mentaliteit de wereldzeeën zijn overgevaren.

Kunt u een voorbeeld noemen?
We denken soms te makkelijk en zijn voor Duitsers vaak te amicaal. Duisters zijn formeler. Hier heerst een cultuur waar de baas ook echt de baas is. En dan schuiven we in Nederland een specialist naar voren om met de baas van een Duits bedrijf te praten. Dat kan echt niet.

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Veel bedrijvigheid op de Duits-Nederlandse handelsdag. Foto: Job Janssen

Landen samenvoegen

Wat is het belangrijkste dat Nederlanders van Duitsers kunnen leren in het handeldrijven?
Ik zeg altijd gekscherend dat we eigen beide landen zouden moeten samenvoegen. Beide zijn geslepen in het handelen. De combinatie van het gemak waarmee Nederlanders handel drijven en de punctualiteit van de Duitsers vult elkaar perfect aan.

Snappen wij de verschillen binnen Duitsland voldoende?
Wij zitten met ons kantoor dicht in de buurt bij het Duitse Gronau. Dat is op de grens tussen de twee Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Tussen die beide deelstaten zit bijna net zoveel verschil als tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Mijn ervaring is dat de Nedersaksische cultuur dichter bij de Nederlandse ligt. Zij zijn een stuk informeler; je kunt ze sneller tutoyeren en met hun voornaam aanspreken bijvoorbeeld. Dat weten Nederlanders vaak niet.

Waarom zouden Duitsers eigenlijk in Nederland geïnteresseerd moeten zijn?
Omdat wij een hele praktische inslag hebben. Als Duitsers naar Nederland gaan, staan ze elke keer weer versteld van de snelheid de zakelijke dienstverlening kan schakelen. In mijn eigen vakgebied, het notariaat, schrijf je je binnen 24 uur in het handelsregister in. In Duitsland werkt de papiermolen nog op volle toeren. Daar duurt dit dagen, soms weken. Daar kunnen de Duisters heel erg veel van leren.

Hollandse koopmannen

Wat zou de politiek kunnen doen om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren?
We hebben veel meer politici uit grensregio in Den Haag nodig. Zij weten onvoldoende wat er in de grensregio gebeurt. Zij willen niet snappen dat wanneer je bijvoorbeeld de benzineprijzen verhoogt dat de pomphouders in de grensregio’s daar echt last van hebben. Maar andersom biedt de grensregio veel mogelijkheden die onbenut blijven. Er wordt zoveel handel gedreven in de grensplaatsen, dat kan veel meer gestimuleerd worden.

Wat is dat toch dat de Nederlandse politiek nog altijd met zijn rug naar Duitsland staat?
Haha, dat zijn de Hollanders hoor, niet de Nederlanders. De Nederlanders hebben echt wel een band met Duitsland. De Hollandse koopmannen in de politiek zouden moeten snappen dat het afstemmen van bijvoorbeeld fiscaal beleid enorm veel kan opleveren. Er is heel veel personeel nodig in Duitsland, in Nederland zijn mensen die daar zouden kunnen werken. Maar omdat het fiscaal niet op elkaar is afgestemd, loop je telkens weer tegen barrières aan.

We zien de opkomst van rechtspopulisten in Europa en de VS. Zij staan sceptisch tegenover internationale handel. Dat moet u zorgen baren.
Het is natuurlijk wel belangrijk voor de handel dat de politiek geen gekke dingen gaat doen. Maar welke partij er ook aan de macht komt: grensoverschrijdende handel houd je niet meer tegen.

Elke 1e vrijdag van de maand: Internationaal spreekuur

Internationaal ondernemen is voor de ene ondernemer een uitdaging en voor de andere een onzekere factor. Welke praktische vraagstukken, kansen en valkuilen komt u tegen op het internationale pad en wie kunt u inschakelen om deze reis tot een succes te maken? Een team van internationale specialisten staat voor u klaar om uw vragen op fiscaal en juridisch gebied en op het gebied van handel en entreestrategie in verband met internationaal ondernemen te beantwoorden. Het team bestaat uit specialisten van KroeseWevers Accountants en Belastingadviseurs, KienhuisHoving advocaten en notarissen, alsook uit experts van Rechtsanwaltskanzlei Bierschenk, Hagemann & Kollegen, de Unternehmerberatergruppe Heisterborg International, de Volksbank Gronau-Ahaus eG en van het WTC Twente.

AanmeldenInternationaal ondernemen is voor de ene ondernemer een uitdaging en voor de andere een onzekere factor. Welke praktische vraagstukken, kansen en valkuilen komt u tegen op het internationale pad en wie kunt u inschakelen om deze reis tot een succes te maken? Een team van internationale specialisten staat voor u klaar om uw vragen op fiscaal en juridisch gebied en op het gebied van handel en entreestrategie in verband met internationaal ondernemen te beantwoorden. Het team bestaat uit specialisten van KroeseWevers Accountants en Belastingadviseurs, KienhuisHoving advocaten en notarissen, alsook uit experts van Rechtsanwaltskanzlei Bierschenk, Hagemann & Kollegen, de Unternehmerberatergruppe Heisterborg International, de Volksbank Gronau-Ahaus eG en van het WTC Twente.

Aanmelden